kanker hoer, slet, takke wijf,
alleen omdat ik niet omkijk.
Ik wil niet gesprek,
ik ben namelijk onderweg.
Anders loop ik hier niet,
je hebt dus gewoon pech.
Heb je ooit bedacht,
wat had je dan verwacht.
Dat ik mijn nummer aan je ging geven
zo onbeschoft, zo overdreven.
Zei ik iets, riep ik iets tegen jou,
zoals geef me een ring, dan word ik je vrouw.
Nee ik loop, alsof ik het niet hoor.
Nee ik loop, ik loop gewoon door.
Dan hoor ik je zeggen zij is arrogant.
Ik loop door, want ik weet ik heb verstand.
Laat ik jou wat zeggen en jou wat vragen
gewoon om te weten, niet om uit te dagen.
Zou je zo tegen me spreken, als je wist dat ik moeder ben,
zo tegen me doen, als ik zeg dat ik jou moeder ken.
Je nichtje, zusje of dochter was,
en toch doe je zo, ook al ken me niet of ken je me pas.
Wat bezield je om in het donker nare dingen te roepen
vaak niet alleen, maar ook nog in groepen .